Over de Cito-toets

Wat is de CITO-toets?

Als een kind in Groep 8 komt te zitten, dan zal hij of zij aan het einde van het jaar geconfronteerd worden met de CITO eindtoets. Deze test bekijkt de score van het kind op drie verschillende onderdelen, dat zijn taal, wiskunde en studievaardigheden. Sommige scholen voegen daar nog een vierde onderdeel aan toe en dat is wereldoriƫntatie. Bij de CITO-toets kunnen de kinderen geen onvoldoende of voldoende halen, het gaat puur om de eindscore. Deze score zal bepalen welk niveau voortgezet onderwijs het beste bij de leerling past. Het gaat om vier verschillende mogelijk niveaus, dat zijn het VMBO, VMBO-t, HAVO en VWO.

De CITO heeft geen vooraf gestelde scores die behaald moeten worden, er zal worden gekeken naar het gemiddelde van alle leerlingen die de CITO-toets in dat schooljaar hebben gemakt. Het eindresultaat zal vervolgens worden beoordeeld door de leerkracht, het kind en de ouders. Van daaruit zal een schooladvies worden gegeven.

Geschiedenis van de CITO-toets

De bedenker van de toets is Adriaan de Groot, hij bracht deze test uit in de jaren zestig. Allereerst werd de toets gebruikt in Amerika, als test om te kunnen bekijken wat leerlingen hadden geleerd in het schooljaar. In het jaar 1966 kwam de CITO-toets naar Nederland en nog altijd wordt het elk jaar gebruikt.

Inhoud van de CITO-toets

De CITO-toets bestaat uit een totaal van 290 vragen, deze zijn allemaal meerkeuze. De toets is opgedeeld in drie ochtenden, elke ochtend een ander onderdeel. Enkele Nederlandse scholen voegen daar nog het vierde onderdeel wereldoriƫntatie aan toe. In het onderdeel wereldoriƫntatie komen er diverse vragen langs op het gebied van geschiedenis, natuur en aardrijkskunde. Met dat vierde onderdeel komt het totaal op 380 meerkeuzevragen.

De vragen die voorbijkomen in de CITO-toets gaan ten alle tijden over stof dat is langskomen in de lessen. De vragen kunnen zijn langskomen in groep 6, aangezien het ruim twee en een half jaar duurt om deze toets op te stellen.

De resultaten van alle onderdelen worden apart op het rapport gezet, maar uiteindelijk draait het allemaal om de standaardscore, het gemiddelde. De minste score is 501, terwijl de maximaal haalbare score op 550 ligt. Het komt bijna elk jaar voor dat een leerling in Nederland de test foutloos maakt, maar dat zijn uitzonderlijke gevallen.